4 voedermiddelen, die paarden met maagzweren moeten vermijden!
4 min. leestijd
Audio versie – luister gewoon naar dit artikel
Mangaan is een vaak over het hoofd gezien, maar essentieel sporenelement dat van cruciaal belang is voor de gezondheid van je paard. Terwijl bij veel paardeneigenaren de relevantie van vitaminen en de belangrijkste mineralen bekend is, blijft de behoefte aan mangaan vaak onderbelicht. Zelfs bij een bloedonderzoek in het laboratorium moet mangaan veelal apart worden aangevraagd – het behoort niet tot het standaardonderzoek.
Een tekort aan mangaan kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen bij paarden, variërend van gewrichtsproblemen tot vruchtbaarheidsstoornissen.
Vooral risicogroepen zoals opgroeiende paarden, sportpaarden en drachtige merries zijn kwetsbaar.
Een mangaantekort bij paarden ontstaat wanneer het lichaam onvoldoende wordt voorzien van dit essentiële sporenelement. Mangaan fungeert als cofactor (hulp molecuul dat een enzym activeert) bij meer dan 20 enzymen in het paardenlichaam en speelt een centrale rol in talrijke biologische processen.
Wat betekent “cofactor” in dit verband?
Een cofactor is een soort "hulpstof" die zich aan een enzym bindt en de betreffende biochemische reactie mogelijk maakt of versnelt. Zonder cofactor kan het enzym zijn functie vaak niet uitvoeren.
Bij mangaan gaat het vooral om processen zoals:
Ongeveer 25% van het totale mangaan in het lichaam wordt in de botten opgeslagen, wat het belang voor het skelet en het bewegingsapparaat duidelijk maakt (NRC, 2007). Daarnaast is mangaan in hoge mate betrokken bij de synthese van glycosaminoglycanen (bouwstenen die voor stabiele kraakbeen- en bindweefselstructuren noodzakelijk zijn (KER, 2013).
Ontbreekt mangaan, dan kunnen deze processen verstoord raken. Op de lange termijn leidt dit tot problemen met botten, gewrichten en de energiestofwisseling.
Het belang van mangaan in de paardenvoeding werd al in de jaren 1930 erkend. Pas sinds de laatste decennia wordt echter de complexe biochemische rol van dit sporenelement volledig begrepen. Mangaan fungeert niet alleen als cofactor van talrijke enzymen, maar ondersteunt ook de antioxidatieve bescherming van het lichaam, doordat het de neutralisatie van vrije radicalen mogelijk maakt.
Wil je het precies weten? Centraal staat het enzym mangaan-superoxide-dismutase (MnSOD) – een enzym in de mitochondriën, dat schadelijke zuurstofradicalen omzet in minder reactieve verbindingen en zodoende celschade voorkomt.
De antioxidatieve rol van mangaan bij paarden is wetenschappelijk onderbouwd:
De “mangaan status” wordt vastgesteld via een bloedonderzoek. Bij veel laboratoria behoort mangaan niet tot de standaardwaarden in het zogenaamde “kleine” of zelfs in het “grote” bloedbeeld. Vraag je dierenarts daarom expliciet om ook de mangaanwaarde te laten onderzoeken.
De laboratoriumdiagnostiek van de mangaanstatus:
|
Serum Waarde |
Beoordeling |
Symptomen |
|
< 1,0 µg/l |
Ernstig tekort |
Ernstige bewegingsproblemen, botdegeneratie |
|
1,0–1,5 µg/l |
Kritisch tekort |
Duidelijke symptomen, gewrichtsproblemen |
|
1,5–2,0 µg/l |
Grensgeval |
Eerste signalen mogelijk |
|
> 2,0 µg/l |
Voldoende |
Geen symptomen |
Voor betrouwbare resultaten moet mangaan niet alleen in serum, maar ook in het volle bloed onderzocht worden. Het grootste deel van dit sporenelement is namelijk aan bloedcellen gebonden, waardoor het volle bloedonderzoek duidelijk meer zeggende waarden oplevert. Het is belangrijk dat de dierenarts bij bestelling expliciet het type monster en het juiste buisje vermeldt, anders wordt meestal automatisch het serum onderzocht. Daarnaast geldt: voer 48 uur voor de bloedafname geen mineraalvoer of supplementen, om kortdurende schommelingen te vermijden.
Helaas zijn de referentiewaarden die laboratoria vaak als “normaal” aangeven te ruim, waardoor tekorten onopgemerkt kunnen blijven.
De bovenstaande tabel biedt een betere eerste inschatting. Een kritische beoordeling van de waarden in combinatie met de klinische symptomen blijft echter altijd noodzakelijk.
De mangaanbehoefte verschilt naargelang de prestatie van het paard. Gemiddeld kun je uitgaan van ongeveer 75–100 mg per 100 kg lichaamsgewicht. Een paard van 600 kg dat (matig) in arbeid staat, heeft dus ongeveer 450–600 mg mangaan per dag nodig. De mangaanbehoefte stijgt in situaties met stress, bij zware prestaties, bij sterke zonnestraling en aan het einde van de dracht.
Paarden dekken hun mangaanbehoefte doorgaans vooral via gras en hooi. Het mangaangehalte varieert echter sterk – van 30 tot 350 mg per kg droge stof. Daardoor is het niet altijd eenvoudig om via het ruwvoer in de volledige behoefte te voorzien.
Gras en hooi van kalkrijke of zandige bodems bevatten meestal weinig mangaan. Op bergweiden kan het gehalte oplopen tot 200–300 mg per kg droge stof.
Kruiden zijn doorgaans rijk aan mangaan, daarom zijn kruidenrijke ruwvoeders ideaal. Mangaan is over het algemeen ook aanwezig in de gangbare mineralenvoeders. Andere mangaanrijke voedermiddelen zijn bijvoorbeeld paardenbloem en haver – maar deze alleen zijn onvoldoende om in de volledige behoefte te voorzien.
Het ontstaan van een tekort aan mangaan kan verschillende oorzaken hebben, die vaak in combinatie optreden. De meest voorkomende factoren zijn:
Bodems met een laag mangaangehalte leiden automatisch tot ruwvoer met een laag mangaangehalte. Hooi en gras met minder dan 50 mg mangaan per kg droge stof worden als problematisch beschouwd voor een adequate voorziening. Het gehalte kan worden vastgesteld via een hooianalyse, maar ook daar moet mangaan expliciet worden aangevraagd. Vaak wordt er een extra “sporenelementen-pakket” aangeboden.
Hoge gehalten aan ijzer, calcium, fosfor of plantaardige fytaten (tannines) concurreren met mangaan (Johnson et al., 1992; EFSA, 2013) door de transportmechanismen in de darm te blokkeren (competitieve remming omdat ze onderling concurreren om transportmiddelen). Ook tannines in bepaalde voedermiddelen, zoals luzerne, kunnen de biologische beschikbaarheid van mangaan aanzienlijk verminderen.
Stress, intensieve sportprestaties en groeifasen verhogen de mangaanbehoefte aanzienlijk. Sportpaarden hebben door de hoge spierbelasting en de verhoogde oxidatieve stress een duidelijk grotere behoefte aan mangaan dan recreatiepaarden die nauwelijks arbeid verrichten.
Uitleg: oxidatieve stress
Wat is het verschil tussen “oxidatieve stress” en de stress die we uit het dagelijks leven kennen?
Dagelijkse stress: meestal psychische of fysieke belasting (door bv. werk, training of ziekte). Het lichaam reageert hierop met de afgifte van adrenaline en cortisol, zodat het paard of de mens met de situatie om kan gaan.
Oxidatieve stress: is echter een biochemische toestand in de cellen:
Beide soorten stress kunnen elkaar beïnvloeden:
Een onevenwichtige voeding met te veel granen en te weinig kwalitatief hoogwaardig ruwvoer kan een relatief mangaantekort veroorzaken. Ook een rantsoen bestaande uit ijzerrijk voer dat tegelijkertijd een laag mangaangehalte heeft, verergert het probleem. Een goed mineraalvoer is in de meeste gevallen onmisbaar, omdat het mangaangehalte in hooi sterk schommelt en meestal ontoereikend is.
De symptomen van een mangaantekort zijn veelzijdig en beïnvloeden verschillende lichaamssystemen. Afhankelijk van de ernst van het tekort kunnen de signalen variëren van subtiel tot ernstig:
De meest voorkomende en opvallendste symptomen hebben betrekking op het bewegingsapparaat. Vooral jonge of opgroeiende paarden vertonen typische standafwijkingen en ontwikkelingsstoornissen.
Daarbij horen ook afwijkingen in de groeischijven en een verminderde bloedvatvorming, vaak gecombineerd met een lager gehalte aan chondroïtinesulfaat in het kraakbeen. Mangaan speelt bovendien een essentiële rol als cofactor bij de synthese van glycosaminoglycanen (GAG’s), die onmisbaar zijn voor de opbouw van kraakbeen en bindweefsel.
Een tekort aan mangaan kan de werking van het enzym pyruvaatcarboxylase (cofactor in de energiehuishouding) verstoren, zoals studies bij andere diersoorten aantonen. Dit enzym is in de energiestofwisseling cruciaal voor de omzetting van lactaat.
Daaruit valt af te leiden dat een tekort ook bij paarden zou kunnen leiden tot een verminderd prestatievermogen en vertraagd spierherstel – hoewel dit bij paarden nog niet wetenschappelijk is bevestigd.
Een mangaantekort kan theoretisch het zenuwstelsel verzwakken, omdat mangaan onderdeel van antioxidatieve enzymen zoals MnSOD (mangaan-superoxide-dismutase) is, die zenuwcellen beschermen. Dit kan leiden tot symptomen zoals nerveus gedrag, innerlijke onrust of verhoogde stressgevoeligheid. Concrete bewijzen voor verstoorde zenuwgeleiding of specifieke gedragsstoornissen bij paarden ontbreken echter nog. Dienovereenkomstig zijn dergelijke symptomen individueel niet voldoende typerend – beslissend blijft altijd de volledige (holistische) beoordeling in de totale context (KER, 2013).
Bij fokmerries uit een mangaantekort zich bijvoorbeeld in een abnormale skeletontwikkeling van het veulen.
Bovendien kan een ernstig mangaantekort bij de merrie het risico verhogen op botdefecten bij het veulen, abortus en een onregelmatige cyclus. Mangaan is ook voor de ovariële functie van essentieel belang.
Mangaan is een cofactor van het enzym tyrosinase en daarmee betrokken bij de vorming van het pigment melanine. Een ernstig mangaantekort zou daarom theoretisch tot pigmentveranderingen kunnen leiden.
Bij paarden wordt echter vooral kopertekort gezien als hoofdoorzaak voor verschijnselen zoals de zogeheten “koperbril” rond de ogen of afwijkende haarstructuur.
Zichtbare huid- of pigmentveranderingen moeten altijd uitgebreid door een dierenarts worden onderzocht.
Mangaan wordt steeds vaker in verband gebracht met diverse stofwisselingsstoornissen en ziektebeelden.
Mangaan is onmisbaar voor de synthese van bindweefsel en antioxidatieve enzymen. Een tekort kan daarom de hoorn- en hoefkwaliteit beïnvloeden.Een direct wetenschappelijk bewijs voor een link tussen mangaantekort en hoefbevangenheid bij paarden bestaat tot nu toe echter niet.
Toch kan het nuttig zijn om bij afwijkende hoefgroei of onverklaarbare gevoeligheid de mangaanstatus te testen en, indien nodig, te supplementeren. De eerste verbeteringen zijn vaak al snel zichtbaar.
Mangaan geldt als een sporenelement met lage toxiciteit – een overdosering komt daardoor praktisch niet voor. Je kunt mangaan dus gericht supplementeren zonder direct het risico op een overschot te lopen.
De eerste stap is idealiter een uitgebreide analyse van het ruwvoer:
Een eenvoudig, goedkoop mineralenvoer zal bij symptomatisch mangaantekort niet voldoende zijn.
Organisch gebonden mangaanvormen (chelaten) hebben in studies met andere diersoorten een hogere biologische beschikbaarheid dan anorganische vormen zoals MnO. Paardspecifieke studies zijn nog beperkt, technische rapporten wijzen echter op voordelen. Organisch gebonden mangaanvormen zijn duurder dan anorganische. Mineraalvoer met dergelijke componenten is daardoor tevens duurder.Eerste verbeteringen zouden al na enkele weken zichtbaar moeten zijn. Maar: het volledig aanvullen van een daadwerkelijk mangaantekort kan maanden duren. Let op: mangaan moet langdurig in het rantsoen worden meegenomen, niet alleen als korte kuur. Het paard kan mangaan immers niet zelf aanmaken, daarom is het continu nodig.
Een gerichte preventie is effectiever en goedkoper dan de behandeling van symptomen door tekorten achteraf.
Daartoe horen regelmatige hooianalyses, keuze voor voedingsrijke ruwvoeders, correcte opslag van voer en een goed gebalanceerde rantsoensamenstelling. Door regelmatige controles en het gebruik van kwalitatief hoogwaardig mineraalvoer kun je de individuele verzorging waarborgen.
De mangaanopname wordt door verschillende andere nutriënten beïnvloed:
Deze antagonistische effecten kunnen het risico op een mangaantekort aanzienlijk verhogen, zelfs wanneer het absolute gehalte in het voer voldoende lijkt.
Bronnen:
National Research Council. (2007). Nutrient Requirements of Horses (6th rev. ed.). Washington, DC: National Academies Press.
Kentucky Equine Research. (2013). Manganese aids skeletal formation & energy use in horses. Retrieved August 30, 2025, from https://ker.com/equinews/manganese-aids-skeletal-formation-energy-use-horses/
Singh R, Siedlecki J, Chmielinska JJ, Hill KE, Burk RF, McCord JM.
Potential use of simple manganese salts as antioxidant drugs in horses.
Am J Vet Res. 1992;53(9):1822–1827. PMID: 1456528
Latham CM, Dickson EC, Owen RN, Larson CK, White‑Springer SH. Complexed trace mineral supplementation alters antioxidant activities and expression in response to trailer stress in yearling horses. Sci Rep. 2021;11(1):7352. DOI: 10.1038/s41598‑021‑86478‑7. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33795725/
Johnson, P. E., Lukaski, H. C., & Bowman, T. D. (1992). Effects of copper, iron, and ascorbic acid on manganese availability to rats. The American Journal of Clinical Nutrition, 55(3), 747–752. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/1549627/
Wat doet mangaan in het paardenlichaam?
Mangaan is een cofactor voor meer dan 20 enzymen en belangrijk voor de botgroei, kraakbeenvorming, energiestofwisseling en antioxidatieve bescherming (Mn-superoxide dismutase).
Hoe herken ik een mangaantekort bij mijn paard?
Typische signalen zijn gewrichtsproblemen, standafwijkingen bij jonge paarden, verminderde vruchtbaarheid, zwakke veulens en aspecifieke prestatievermindering. Er bestaan echter ook veel aspecifieke symptomen, die losstaand niet eenduidig op een mangaantekort hoeven te duiden. Daartoe horen bv. opvallende afwijkingen in het gedrag, gevoelige hoeven en vele andere symptomen.
Hoe wordt een mangaantekort bij het paard vastgesteld?
Het meest betrouwbaar via een volle bloedanalyse (heparinebuisje, metaalvrij). Serumwaarden zijn minder betrouwbaar.
Welke bloedwaarden wijzen op een tekort aan mangaan?
Serumwaarden onder 1,5 µg/l worden als kritisch beschouwd, waarden onder 1,0 µg/l duiden op een ernstig tekort. Volle bloedwaarden van 10–15 µg/l worden als optimaal gezien.
Welke voedermiddelen leveren mangaan?
Belangrijkste bronnen zijn gras en hooi, kruiden, haver en paardenbloemen. Het gehalte varieert, afhankelijk van de bodemkwaliteit, echter sterk, waardoor een toegift van mineraalvoer meestal noodzakelijk is.
Hoe lang duurt het voordat supplementatie met mangaan effect heeft?
Afhankelijk van de ernst van het tekort en de gekozen suppletievorm zijn de eerste verbeteringen na 2–4 weken te verwachten. Het volledig aanvullen van de tekorten kan echter enkele maanden duren.
Kan een paard te veel mangaan binnenkrijgen?
Mangaan heeft een lage toxiciteit. Overdoseringen komen in de paardenvoeding praktisch niet voor.
Kan een mangaantekort blijvende schade veroorzaken?
Ja, bij een langdurig tekort kunnen onomkeerbare schade aan botten, gewrichten en andere structuren ontstaan. Vooral bij jonge paarden in de groei kunnen ontwikkelingsstoornissen permanent zijn.
Hoe vaak moet de mangaanstatus gecontroleerd worden?
Bij risicopaarden zoals sportpaarden of fokmerries wordt een jaarlijkse controle aanbevolen. Bij een bekend tekort zijn herhaalde controles elke 3–6 maanden verstandig, totdat de waarden zich hebben genormaliseerd.
Op onze themapagina Voeren van paarden met maagproblemen kun je veel meer informatie vinden over paardenvoeding.
Equine 74 Gastric
Buffert het overtollige zuur in de paardenmaag in plaats van het te blokkeren.
Equine 74 Stomach Calm Relax
Ondersteunt de nerveuze paardenmaag in stressvolle situaties.